Pers

Het laatste kind

‘Beter een goede horrorfilm dan een saaie les zedenleer.’ Het is maar een van de vele druppels zwarte gal in de tekst van Het laatste kindvan Hanneke Paauwe. Misschien is het zelfs haar ­eigen motto als regisseur. Paauwe is de laatste ongeslepen diamant van het jeugdtheater. Ze kan het niet helpen: grimmige sprookjes zitten haar in de pen. Een lichte vorm van kinderhaat, het leed van de wereld, fantasieën over de dood: Paauwe verkleedt ze als burlesk vermaak. Ouders en leerkrachten zijn er doorgaans banger voor dan hun kinderen.

Het laatste kind is zelf een halve ­horrorfilm. Zus Kimberley van negen speelt haar babybroer kwijt: als ze weer uit de winkel komt, staat daar alleen nog de kinderwagen. Ze gaat hem zoeken in een bos, botst daar op vos en raaf en zelfs een beul op een kerkhof. ‘Een mens is niks anders dan een zak vol bloed, botten en vet.’ Roerloos staan de graven in de mist. In dit sinistere decor moet een meisje met een mutsje het verdriet van haar moeder afwenden?

Onder de klassieke avonturenplot, compleet met de magische spons Marcel, schuilt een filosofische allegorie over de mens. Kimberley treft hem als verkild, afgestompt, ingekapseld, bevroren rond het hart. Hoeveel warmte is er nodig om er weer iets menselijks van te maken? Het laatste kind blijkt uiteindelijk toch niet vies van zedenleer, maar een saaie les wordt het allerminst.

Daarvoor zorgen actrices Eva Schram en Griet Dobbelaere, afwisselend in de huid van protagonist en nevenkwiet. Op hun best zijn ze wanneer Paauwe hen strak laat pingpongen, maar naar het einde toe volgen steeds langere ­monologen. Ook dat is aan dit oeuvre zo ongeslepen: eens Paauwe haar zwarte inkt laat vloeien, houden haar fantasie en haar mens- en wereldbeeld maar moeilijk maat. Toch is juist dat wat het jeugdtheater nodig heeft. Beter een ­volle kromme dan een brave rechte. 

Wouter Hillaert - De Standaard
 

Sneeuwitje en de 77 vergiften

Eindelijk gebeurt er nog eens wat in het jeugdtheater… De wereld is geen sprookje, waarom dan harmonie verkondigen?...Horror, playback, fantasy, mime, hardcore, stand-up: geen genre zo gek of het duikt wel ergens op, telkens als een nieuw verkleedpartijtje. (Wouter Hillaert – De Standaard)
Paauwe bewijst met deze voorstelling opnieuw dé theaterdame te zijn die met haar grenzeloze fantasie en neus voor scherpzinnigheid de snoepgeur uit de jeugdtheatergordijnen kan kloppen.

Els Van Steenberghe – Knack Focus

Janne Desmet als Sneeuwwitje en Sarah Bourgeois als de stiefmoeder schmieren erop los, stappen uit hun rollen, maken zichzelf tot een lachwekkende dubbele karikatuur om dan plots ingetogen oprecht emotioneel te reageren. Als flexibele actrices weten Janne en Sarah steeds opnieuw hun personages onderuit te halen. Het is echt niet zo dat het publiek als één blok achter Sneeuwwitje staat en de stiefmoeder haat. De stiefmoeder heeft feeksachtige neigingen, maar ook Sneeuwwitje ontpopt zich tot een verwend, arrogant en jaloers nest. Heerlijk is het om hen bezig te zien en te horen in hun verbale steekspel… Als toeschouwer raak je in de ban van het spelplezier van de twee personages, en van de rake uitspraken uit de mond van een klein kind of een moeder. Beiden willen hun frustraties in de schoen van de andere schuiven. Tekst, de uitwerking van het thema, de bijwijlen zalig grimmige humor, en het spel overtuigen meer dan ruimschoots. En wat er met het hart van Sneeuwwitje dan verder gebeurt, tja… niet alle sprookjes eindigen als sprookjes. 

Tuur Devens – Theatermaggezien

Nr 5 van de top 5 van alle voorstellingen van het seizoen 2010/2011: Gelukkig is er Hanneke Paauwe die een splinterbom legt onder het klassieke sprookje. Sneeuwwitje en de 77 vergiften is van een kwade onverschrokkenheid die in het jeugdtheater ongezien is. 

Wouter Hillaert – Theatermaker

Verboden toegang

Vlijmscherp verteltheater. In een even rauwe als beklijvende tekst stellen twee meisjes –met verve vertolkt door Anna Vercammen en Laura de Vries– zich aan het publiek voor. Van binnen en buiten, van kop tot teen. Letterlijk en figuurlijk. Ze doen dat in een, voor Paauwes doen, vrij sober maar daarom niet minder fantasierijk decor.  Paauwe krabt met haar pen en regievingers het laagje vernis van onze ziel en woelt in onze pijnen, verlangens, zorgen en herinneringen. Ze woelt grondig maar ze doet het steeds voorzichtig en met respect.
Zodat het woelen veeleer zalft en troost dan piekt en kwetst.

Els Van Steenberghe - Knack
 
Ik ben blij dat ik ‘Verboden Toegang’ zag. Ik vond het heel sterk. Ik vind dat hulpverleners dit moeten zien, het voedt een heel belangrijk debat voor de sector. Het decor was indrukwekkend, aangrijpend!
Overigens zagen enkele collegae het nadien ook, en was iedereen getroffen hoe sterk en juist de inleving was in de wereld van jongeren met een kwetsbaar probleem. 


Prof.dr. Peter Adriaenssens