Venusvingers

De zestienjarige Esther woont samen met haar moeder. Zij, Agaath, is een succesvolle seksuologe met een eigen column in een damesblad waarin ze ongegeneerd verslag doet van haar leven. Dit tot grote ergernis van Esther die, de opdringerige openhartigheid van haar moeder als steeds beklemmender ervaart. Ze bedenkt een spel, Venusvingers, waarmee ze wraak kan nemen. Maar de vruchten van de wraak blijken bitter: het spel drijft Esther en haar moeder uit elkaar.

Zonder toestemming vertrekt Esther samen met een vriendin naar Parijs, op zoek naar werk en avontuur. De vriendin verdwijnt, Esther vindt onderdak bij de Rus Ilja. Deze man, die na een jarenlang illegaal verblijf in Europa nu werkzaam is als koffie- en broodjesverkoper op de trein tussen Brussel en Parijs, leeft met de herinnering aan een gruwelijke gebeurtenis in Moskou. Er ontwikkelt zich een bijna woordloze vriendschap tussen Esther en Ilja.

'Romandebuut van de Nederlandse schrijfster (1962), na de verhalenbundel 'Bijten in het toeval'*. 'Venusvingers' schetst een problematisch een-ouder-gezin. Esther verzet zich tegen haar moeder Agaath, een vrijgevochten seksuologe en bekend columniste. Ze probeert haar naar de kroon te steken door het spel 'Venusvingers' te bedenken, door Agaaths vriend te verleiden en ten slotte door van huis weg te lopen en met haar vriendin naar Parijs te vluchten. Daar leert ze harde feiten over het 'echte leven', mede via de rus Ilja die haar onderdak verleent en haar laat delen in z'n eigen problemen en verdriet. Door hem leert Esther haar eigen probleem te relativeren, en zo kan ze ten slotte teruggaan naar haar moeder. De schrijfster vertelt haar verhaal met duidelijk voelbare, maar nooit overgedoseerde emotie, en weet juist daardoor feilloos te treffen. Een reeel, goedgeschreven, evenwichtig boek'. (C.M. Quist)

te koop bij : de kaft , bol.com